Ondanks een groeiprobleem schopte BMX’er Raymon van der Biezen (28) uit Heesch het tijdens de Olympische Zomerspelen van 2012 in Londen tot een vierde plaats. Een teleurstellende plek oordeelde de fietscrosser destijds. De meervoudig Nederlands kampioen is uit op revanche en daarom wil hij nog één keer schitteren op het absolute hoofdtoernooi. “Ik zet er alles voor op zij om me te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro”, aldus de Heeschenaar, die woont op Sportcentrum Papendal in Arnhem.
In 1991 is Van der Biezen pas vier jaar oud, maar hij weet dan al waar zijn hart ligt: BMX-rijden. Zijn neef is een actieve BMX’er en hij gaat vaak mee met hem en zijn oom om te kijken. De jonge Heeschenaar is vanaf dat moment meteen verkocht. “Na de eerste keer kijken was ik zo enthousiast dat ik zelf ook ging fietsen. Nog niet meteen op een BMX, maar op een klein fietsje. Om even te proberen..”
Dat ‘even proberen’ liep voor Van der Biezen al gauw uit de hand. “Ik wilde niets anders meer dan fietsen. Elk moment van de dag greep ik aan om te crossen. Tussen de middag (lunchpauze basisschool, red.) en uit school zat ik op de fiets. Eigenlijk zolang als het buiten licht was.” Dat fietsen verveelt Van der Biezen geen moment. De jonge Brabander heeft er alles voor over om maar te kunnen fietsen. En dus bouwt hij dagen aan een zelfgemaakte crossbaan. “Met een schep heb ik een BMX-baantje voor mijn huis gebouwd. Daar zaten heel wat uurtjes in”, lacht ‘Bies’.
“In twee jaar tijd is het balletje gaan rollen”
Hoe ouder Van der Biezen wordt, hoe meer tijd hij in trainingen gaat stoppen. Twee keer per week volgt hij normale clubtrainingen. Eerst in Nuland en Oss, daarna in Schijndel, vervolgens weer in Oss. Op dit moment is de BMX’er lid Fcc Wheels in Erp. Als hij zestien jaar is loont het harde werken en trainen: hij wordt gevraagd voor het Nederlandse BMX-team. Een makkelijke keuze: “Daar hoefde ik natuurlijk geen seconde over na te denken. De keuze om aan te sluiten bij het Nederlands team heb ik snel gemaakt.” De eerste twee jaar lukt het nog om school en sport te combineren, maar een nieuwe bondscoach heeft heel wat plannen met het Nederlands team. “Opeens draaiden we een fulltime programma. Elke dag trainen, wedstrijden rijden en ook nog eens school volgen, ging niet meer. Ik wilde me volledig op de Olympische Spelen in Beijing richten dus stopte ik op mijn twintigste met school. In twee jaar tijd is het balletje dus gaan rollen.”
Nog altijd traint Van der Biezen zo’n 5,5 dag in de week. “Gemiddeld vier tot vijf uur op een dag. We trainen in de ochtend en middag zo’n 2,5 uur met tussendoor drie uur rust. Daarin vinden we een goede balans. In mijn sport heeft het geen nut om vijf uur achter elkaar te trainen omdat het een explosieve, krachtige sport is. Je energie moet je dus optimaal benutten.”
“Ik heb best een apart leven”
Het dagelijks trainen en rijden van wedstrijden vergt een hoop discipline voor Van der Biezen. “Het klinkt misschien heel cliché, maar als topsporter leef je echt voor je sport. Je zet dus alles opzij en je maakt keuzes. Ik ben gestopt met school, omdat combineren niet werkt. Ik heb best een apart leven eigenlijk. Ik train vijf á zes dagen in de week, ik ga op tijd naar bed en ik ben gezond bezig met mijn voeding. Niet iedereen past in dat plaatje. Zelfs een relatie is vrij lastig”, vertelt de 28-jarige Heeschenaar lachend.
Al jaren moet hij een hoop dingen in het leven laten. “Maar ik weet waar ik het voor doe en ik denk over alles bewust na. Ik ga niet zomaar naar een feestje of verjaardag waar ik voor ben uitgenodigd. Soms ben ik in het buitenland, soms heb ik een belangrijk toernooi waar ik naartoe werk. Maar ik loop ook gevaar dat ik bijvoorbeeld een verkoudheidje oploop. Zulke risico’s wil je vermijden. Ik ben fulltime met mijn sport bezig. Er is geen moment dat ik ga slapen of wakker word met een ander idee.” Zelfs de kleine verplichtingen zijn waardevol voor Van der Biezen. “Daarmee doel ik op de sponsoren. Soms ga ik naar een sponsorbijeenkomst of ik plaats een update of fotootje op social media. Ik waardeer wat ik krijg van sponsors en dat geef ik hun graag terug.”
“Opgeven? Nooit!”
Het had weinig gescheeld of Van der Biezen had kunnen fluiten naar een leven als topsporter. Als hij twaalf is blijkt dat de Heeschenaar een groeiprobleem heeft. “Mijn lichaam bleef altijd vrij klein. Ik was altijd al de kleinste in mijn leeftijdscategorie. Dat werd lastiger toen ik in de pubertijd kwam, want opeens had ik een behoorlijke krachtachterstand ten opzichte van mijn concurrenten. Daardoor won ik niet alles meer, terwijl ik voor de pubertijd bijna alle wedstrijden won.”
Artsen in het ziekenhuis adviseren ‘Bies’ te stoppen met BMX en te zoeken naar een duursport, maar de fanatieke fietscrosser geeft niet op. “Het was niet anders. Ik wilde niet opgegeven. En kijk waar ik nu sta.. ik heb het toch behoorlijk ver geschopt.” Van der Biezens lichaam begint net op tijd te groeien. “Op mijn zeventiende begon ik door te schieten. Andere jongens waren een kop groter en breder en veel volwassener qua lichaamsbouw. Daarom nam ik op mijn zestiende een beetje gas terug en toen begon ik opeens met groeien. Een echte laatbloeier dus.”
Opgeven komt overigens nooit in het hoofd van Van der Biezen voor. Ook niet toen hij in 2012 op de Olympische Spelen in Londen nét buiten de top drie viel. “Dat was zo’n teleurstelling. Ik had de beste vorm in mijn carrière en het was zeker mogelijk geweest om bij de eerste drie te eindigen. Dat gevoel had ik zelf ook. Vierde worden is dan extra pijnlijk. Zeker ook omdat ik een half jaar daarvoor mijn pols brak en er een tijdje uitlag. En mijn moeder belandde in die periode in het ziekenhuis. Na hard trainen en werken lukte het me toch om de Spelen te halen. Dan wil je de hoofdprijs.”
“Na Rio ben ik bijna dertig. Dan zit het er op.”
Misschien wint Van der Biezen de hoofdprijs volgend jaar wel tijdens de Olympische Zomerspelen in Rio de Janeiro. “ Vanaf nu kan ik mezelf individueel kwalificeren voor de Spelen. Daarnaast is het van belang dat we na het WK in 2016 als land bij de beste vier staan in de wereld landen ranking. Alleen dan mag je als land het maximaal aantal (drie) rijders sturen naar Rio. Aan mij de taak om er voor te zorgen dat ik bij die beste drie Nederlanders hoor.”
En dus werkt Van der Biezen er de komende maanden hard voor om Rio te halen, want mogelijk is dat het laatste wat we van de BMX’er uit Heesch zullen zien. “Rond je dertigste is het bij het BMX echt gedaan. Wij doen zo’n extreme sport, dat naarmate je ouder word je steeds vaker besef hebt van de risico’s die je loopt. Wij verdienen geen bakken met geld. Na mijn carrière moet ik ook weer aan het werk. Ik ben na Rio bijna dertig en dat is het juiste moment om te stoppen. En dan? Daar heb ik gelukkig nog heel wat maanden voor om over na te denken.”
Bron: Dichtbij.nl
bmx, olympische spelen, os2016, raymon van der biezen, rio
Comments RSS Feed