Gear

Bikefitting: de juiste afstelling voor elk terrein

31 mrt , 2025  

Fietsen is vrijheid. De wind in je gezicht, het ritme van je benen en de weg die onder je wielen doorschiet—of dat nou strak asfalt is of een hobbelig gravelpad. Maar wie weleens van het ene naar het andere terrein switcht, weet: die perfecte afstelling op je racefiets voelt ineens niet zo lekker meer als je het bos induikt. En dat heeft alles te maken met bikefitting.

Bikefitting is niet alleen voor profs die elk wattje willen besparen. Het is voor iedereen die comfortabel, efficiënt en zonder pijntjes wil fietsen. En ja, dat betekent dat je bikefitingt op asfalt anders mag zijn dan op gravel of MTB-trails. Hoe dat zit? Laten we erin duiken!

Asfalt: gestroomlijnd en efficiënt

Op de weg draait alles om snelheid en aerodynamica. Een goede bikefitting zorgt ervoor dat je kracht optimaal wordt overgebracht op de pedalen en dat je zonder onnodige belasting lange ritten kunt maken. Denk aan een diepe, gestroomlijnde houding met een vrij agressieve setup: zadel iets hoger, stuur lager, en je gewicht mooi verdeeld over de fiets.

Maar probeer diezelfde houding eens op een gravelpad vol keien en kuilen. Opeens voel je elk hobbeltje in je onderrug, je polsen klagen en je fiets lijkt alle kanten op te stuiteren. En daar begint het verschil.

Gravel en offroad: meer controle, minder klappen

Gravelrijden vraagt om een andere aanpak. Waar je op asfalt vooral efficiënt en aerodynamisch wil zijn, draait het hier om controle, comfort en stabiliteit. Een paar subtiele aanpassingen in je bikefitting kunnen al een wereld van verschil maken:

  • Zadelhoogte iets omlaag:
    Dit verlaagt je zwaartepunt en geeft je meer stabiliteit op ruwe paden.
  • Stuur iets hoger en breder:
    Hierdoor ontlast je je polsen en schouders en krijg je betere controle bij technische secties.
  • Kortere stuurpen:
    Dit maakt je fiets wendbaarder en makkelijker te hanteren op bochtige gravelroutes.
  • Bandenkeuze en druk:
    Oké, geen onderdeel van bikefitting, maar wel essentieel. Brede banden met lagere druk zorgen voor meer grip en comfort.

Maak je deze aanpassingen, dan merk je dat je veel minder ‘vecht’ tegen de ondergrond. Je fiets voelt als een verlengstuk van jezelf in plaats van een stuiterbal op wielen.

MTB: maximale bewegingsvrijheid

En dan is er nog mountainbiken. Hier wil je helemaal niet ‘vastgepind’ op je fiets zitten zoals op een racefiets. Een te agressieve houding kan je hier juist in de weg zitten. Daarom zie je bij een MTB-bikefit vaak:

  • Een nog lagere zadelhoogte, zodat je makkelijker kunt bewegen en beter kunt reageren op technische passages.
  • Een relatief korte reach (afstand tussen zadel en stuur), zodat je sneller kunt schakelen in gewicht en balans.
  • Een extra brede stuurbreedte voor maximale controle op ruige paden.

Het resultaat? Meer vertrouwen, meer controle, en een veel soepelere rijervaring.

Conclusie: één bikefitting bestaat niet

Fiets je regelmatig op verschillende ondergronden, dan is één vaste bikefitting niet altijd ideaal. Kleine aanpassingen kunnen een wereld van verschil maken in comfort en controle. Heb je net een super gestroomlijnde racefiets-afstelling laten doen, maar voelt je gravelbike onstabiel? Dan is het misschien tijd om je bikefitting eens onder de loep te nemen.

Je hoeft niet voor elk ritje alles om te gooien, maar bewust zijn van de invloed van je afstelling op je rijervaring kan blessures voorkomen en je simpelweg meer plezier geven op de fiets. Want uiteindelijk is dat waar het om draait: lekker rijden, zonder gedoe.

, , ,

By



Geef een reactie

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.