Gear

De do’s en dont’s van tubeless rijden

22 feb , 2025  

Tubeless banden zijn niet meer weg te denken uit de mountainbike- en gravelwereld. Ze bieden je betere grip, meer comfort en minder kans op lekrijden. Een essentieel onderdeel van een goed werkend tubeless systeem is de sealant. Maar hoe ga je hier op de juiste manier mee om? In dit artikel bespreken we de belangrijkste do’s en dont’s.

Do’s

  1. Regelmatig controleren en aanvullen
    Tubeless sealant droogt na verloop van tijd op. Controleer daarom elke 2 tot 6 maanden (afhankelijk van het klimaat en het type sealant) of er nog voldoende vloeistof in je banden zit en vul indien nodig bij.
  2. De juiste hoeveelheid gebruiken
    Te weinig sealant kan lekken niet effectief dichten, terwijl te veel sealant onnodig gewicht toevoegt. Voor een standaard MTB-band (29”x2.2-2.4”) wordt meestal 60-120 ml aangeraden, terwijl gravelbanden (40-50 mm) vaak met 30-60 ml toekomen.
  3. Goed schudden voor gebruik
    Sealant bevat vaste deeltjes (zoals latex en vezels) die naar de bodem zakken. Schud de fles altijd goed voor gebruik om een gelijkmatige verdeling van deze deeltjes te garanderen.
  4. Gebruik een injectiespuit voor nauwkeurigheid
    Een tubeless injectiespuit maakt het eenvoudiger om de juiste hoeveelheid sealant via het ventiel toe te voegen zonder morsen.
  5. Kies de juiste sealant voor jouw omstandigheden
    Er zijn verschillende soorten sealant, zoals op latexbasis of synthetische varianten. Latex sealant werkt snel en efficiënt, terwijl synthetische sealants vaak langer meegaan en minder snel uitdrogen.

Don’ts

  1. Verschillende merken en typen mengen
    Hoewel sommige sealants op papier compatibel lijken, kunnen ze bij mengen klonteren of hun effectiviteit verliezen. Gebruik altijd dezelfde sealant bij het bijvullen en spoel de oude sealant uit als je van merk of type wisselt. Meer weten? Lees: Tubeless sealant mengen.
  2. Vergeten het ventiel schoon te maken
    Sealant kan het ventiel verstoppen, vooral als het opdroogt. Reinig het ventiel regelmatig en gebruik indien nodig een ventielkernverwijderaar om het goed door te spoelen.
  3. Tubeless sealant blootstellen aan extreme temperaturen
    De meeste tubeless sealants kunnen bij zeer lage temperaturen (-5°C of lager) dikker worden of zelfs bevriezen, vooral watergebaseerde latex sealants. Bij extreme hitte (boven 35°C) kan sealant sneller uitdrogen. Bewaar je fiets dus niet langdurig in een vrieskoude schuur of een snikhete auto. Meer weten? Lees: Kan tubeless sealant bevriezen?
  4. Sealant langer dan aanbevolen laten zitten
    Als sealant te lang in de band blijft zitten, kan het opdrogen en zich ophopen als een dikke klont, wat de effectiviteit vermindert. Ververs je sealant op tijd om dit te voorkomen.
  5. Tubeless rijden zonder extra sealant of een plug-kit mee te nemen
    Zelfs met de beste sealant kunnen grotere gaten ontstaan die niet direct gedicht worden. Neem altijd een plug-kit en een kleine hoeveelheid reserve sealant mee, vooral bij lange ritten of wedstrijden.

Tubeless sealant is een gamechanger voor veel fietsers, maar het correct gebruiken ervan is essentieel voor optimale prestaties. Door regelmatige controle, het juiste type en de juiste hoeveelheid sealant te gebruiken en rekening te houden met temperatuur en compatibiliteit, kun je zorgeloos genieten van je tubeless setup. Vermijd veelgemaakte fouten en je banden blijven langer lekvrij en betrouwbaar!

Meer weten? Check: www.tubelessmaken.nl

 

, , ,

By



Geef een reactie

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.